Vorige week deelde ik de eerste vier lessen die ik als redacteur en tekstcorrector mee heb genomen uit mijn studie Taalwetenschap. Deze week geef ik er nog drie door.

5. Een taalwetenschapper moet de goede vragen stellen

Tijdens mijn studie zaten we regelmatig met een moedertaalspreker van een onbekende taal om tafel. Het was onze taak om de informatie te verzamelen die we nodig hadden. Zo konden we de gaten in onze data vullen en tot een logisch taalsysteem komen.

Maar om die informatie te krijgen, was het wel belangrijk dat we de juiste vragen stelden. Daarvoor moesten we ons goed voorbereiden en weten wat ons doel was. We moesten ook al een beetje een idee hebben van het soort antwoord dat ging komen, zodat we het goed konden plaatsen.

Als we niet de goede vragen stelden, konden we relevante informatie missen. Tegelijkertijd gold ook: onverwachte antwoorden vormden soms juist de sleutel tot de oplossing .

Een redacteur of tekstcorrector moet ook de tekst bevragen. Dat kan in het groot: wat is de hoofdgedachte van deze tekst? Komt deze duidelijk naar voren? Maar dat kan ook in het klein: wat staat er eigenlijk in deze zin? En is dat ook wat de auteur wil zeggen?

6. Taalwetenschap traint je in andere manieren van denken

Een van de boeiendste dingen in mijn studie vond ik het kennismaken met andere culturen. Je wereld wordt zo veel breder als je je openstelt voor mensen die bijvoorbeeld niets met abstracte vormen kunnen − je zult in de natuur immers nooit zomaar een houten kubus zien.

Voor mijn masterscriptie verdiepte ik me in lichaamsdelen in het Hamar, een taal uit Ethiopië. Dat was ontzettend leuk en leerzaam. Heb jij weleens bedacht dat de wielen van een auto eigenlijk z’n voeten zijn? Of dat de bovenkant van een boomstronk z’n rug is?

Een redacteur moet ervoor zorgen dat een tekst begrijpelijk is voor de doelgroep. Daarvoor is het noodzakelijk om je te verplaatsen in die doelgroep, ook als de lezers anders denken dan jij als redacteur. En dan is het een voordeel als je hersenen daar al in getraind zijn.

7. Taalwetenschap vergroot je liefde voor taal

Iedereen heeft ‘gelukstriggers’ in het leven, kleine momentjes waar je even heel blij van wordt. Bij mij zijn die momenten er onder andere als ik een bepaalde logica of structuur in een taal ontdek. Dat gebeurde tijdens mijn studie, maar dat gebeurt ook nu nog weleens.

Het is een open deur dat een redacteur of tekstcorrector liefde voor taal moet hebben. Je zit immers continu met je neus tussen de letters. Door mijn studie heb ik veel meer geleerd over de ‘bouwstenen’ van tekst: klanken, woorden en zinnen. En die kennis maakt mijn werk alleen maar leuker.