In de derde klas van de middelbare school hoorde ik voor het eerst van de studie Taalwetenschap. Al snel wist ik: dit is wat ik wil. Inmiddels heb ik alweer een tijd mijn diploma. Wat heb je aan taalwetenschap als redacteur en tekstcorrector?

1. Taalwetenschap vraagt kritisch nadenken

Om een misverstand uit de wereld te helpen: taalwetenschap is niet hetzelfde als Nederlands. Het is ook niet zo dat je heel veel talen leert. Soms ben je wekenlang met een taal bezig, terwijl je in de praktijk niet veel meer kunt dan jezelf in zo’n taal voorstellen.

Wat taalwetenschap wel doet, is een kijkje nemen aan de achterkant van de taal. Waarom zijn dingen in een taal zoals ze zijn? Dat vraagt kritisch nadenken en ogenschijnlijk logische dingen bevragen.

En dat doe je ook als redacteur en tekstcorrector: je gaat er niet zomaar van uit dat alles klopt wat er staat, maar je checkt liever nog even welk voorzetsel nu echt bij dat werkwoord hoort en hoe je dat lastige woord nu precies schrijft. En kloppen die feitjes echt?

2. Een taalwetenschapper moet systematisch werken

In de beschrijvende taalwetenschap, de tak waarin ik me specialiseerde, is een van de hoofddoelen: de grammatica van een taal in kaart brengen. Daarvoor is het onmisbaar dat je alle taaldata die je hebt op een logische manier ordent.

Vervolgens ga je op zoek naar overeenkomsten en verschillen: welke woorden of morfemen (woordstukjes) gedragen zich hetzelfde? Waarom doen ze dat? Welke functie zouden ze kunnen hebben?

Ook als redacteur en tekstcorrector is het belangrijk dat je systematisch te werk gaat. Waar leg je in deze checkronde de focus op? Soms kun je beter meerdere keren door een tekst gaan dan alles tegelijk willen proberen, want dan heb je grote kans dat je iets mist. Doe een stapje terug en beslis waar je op wilt letten.

3. Structuur is onmisbaar in taalwetenschap

De structuur van een taal is als het ware het skelet. Als er geen logica in spelling- en grammaticaregels zit, is het onbegonnen werk om een taal te ontcijferen. Daarom is het ontdekken van structuren en verbanden een belangrijke vaardigheid van een taalwetenschapper.

Als redacteur zorg je er ook voor dat er structuur zit in een tekst. Zijn de verbanden helder, zegt de tekst wat hij moet zeggen? Maar die structuur is ook op een lager niveau nodig: in alinea’s en zinnen. Zonder stevig geraamte schiet een tekst z’n doel voorbij.

4. Als taalwetenschapper leer je heel nauwkeurig lezen en luisteren

Als er iets is wat ik tijdens mijn studie heb geleerd, is het wel om nauwkeurig te lezen en te luisteren. Een klinker die langer duurt dan een andere klinker, een medeklinker die net op een andere manier wordt uitgesproken, een andere toonhoogte van een woord: het kan van grote betekenis zijn.

Nauwkeurigheid is voor een redacteur en tekstcorrector uiteraard onmisbaar. Een spatie te veel kan bijvoorbeeld een heel andere betekenis geven aan een woord. En spelfouten, foutieve komma’s en rare afbreekstreepjes spot je nu eenmaal vooral door nauwkeurig te zijn.

In de blogpost van volgende week deel ik nog meer lessen uit mijn studie Taalwetenschap. Ben je benieuwd of het iets voor jou is? Probeer dan eens wat oefenopgaven van de Taalkundeolympiade te maken.